
LUBUMBASHI – Katanga is veranderd in een soort geldkoffer voor de familie van president Félix Tshisekedi. Dat verklaarden mensen uit het middenveld, syndicalisten en vertegenwoordigers van mijncoöperatieven onlangs in La Libre Belgique. “Sinds 2019 werd de situatie aanzienlijk erger”, is te horen in de regio. “De familie van de president zuigt rijkdom weg uit onze provincies, vooral uit Lualaba, en investeert daar niets.”
De nieuwe mijnwetgeving bepaalde dat er meer geld naar de kas van de provincies moest stromen. “Daar komt haast niets van in huis”, zeggen waarnemers ter plaatse. “De clan van de president, die werkt met schuilnamen en met Chinezen, Libanezen en Indiërs, incasseert iedere maand tientallen miljoenen dollars door opvul- en afvalmateriaal te plunderen dat meestal eigendom is van Gécamines of van private ondernemingen zoals ERG, een partner van Gécamines.”
“Iedereen komt zich bedienen in Lubumbashi en Kolwezi”, constateert een vakbondsman bij Gécamines. “Nationale ministers komen regelmatig langs om hun enveloppe op te halen. De ministers van Defensie en Binnenlandse Zaken haastten zich naar hier zodra ze hun benoeming op zak hadden. Ze komen hier geen wandeling maken of ons aanmoedigen maar hun zakken vullen.”
Volgens de nieuwe mijnwetgeving moesten sinds 2018 alle inkomsten boven het miljard dollar in de provincie Lualaba bij voorkeur worden gebruikt voor infrastructuur die de gemeenschap ten goede komt. “Maar de nieuwe machthebbers maakten al snel een decreet om die verplichting te omzeilen”, klinkt het. “Die inkomsten gaan nu naar een rekening van de provinciale overheid. Zo ontstaat er een waas rond het gebruik van die middelen. Ze dienen voor van alles maar zo goed als nooit voor de belangen van de Katangezen.”
Er werd bijvoorbeeld een beurs gecreëerd om ‘uitmuntendheid’ te belonen, een initiatief dat wordt beheerd door de vrouw van president Tshisekedi. “De bedoelingen van die beurs zijn nobel maar er wordt wel geput uit middelen uit de provincies in Katanga. Verder is er FONAREV, het nationaal fonds dat schadevergoedingen moet uitkeren aan slachtoffers van seksueel geweld. Eigenlijk dient dat alleen om 11% van de mijnheffingen af te leiden. Ook dat fonds wordt beheerd door de echtgenote van het staatshoofd.”
“Katangezen zijn dit beu”
Volgens het Katangese middenveld worden zeer veel residuele volumes uit de mijnbouw clandestien beheerd door leden en naast van de presidentiële familie, vaak in samenwerking met Chinese tussenpersonen. “De Katangezen zijn deze toestand beu”, vertelt iemand uit het middenveld. “Ze beginnen erover te praten en verspreiden bewijzen over het gedrag van leden van de presidentiële familie en sommige generaals en ministers. Deze mensen kunnen rekenen op steun van de Republikeinse Garde, die op veel mijnsites aanwezig is. Ze verjagen eerst de mensen die op de sites aanwezig zijn om dan in alle rust de rijkdommen te kunnen stelen. Soms bellen de Chinezen, Libanezen of Indiërs met generaal Christian Ndaywell of iemand die dicht bij de president staat. Ze leggen een bedrag op tafel, minstens 20 miljoen dollar, in ruil voor het recht om een bepaald volume te mogen exploiteren dat minstens tien keer zoveel waard is. Een telefoontje en een grote koffer met geld volstaan. Dit is de Far West.”
Zelfs uranium zou clandestien worden gewonnen ten bate van Chinese afnemers. Er is ook sprake van betrokkenheid van Noord-Koreanen die in Zambia verblijven.
Advocaat in Brussel
Syndicalisten van Gécamines en leden van het middenveld namen ondertussen contact op met Bernard Maingain, een advocaat in Brussel. Die wil klacht neerleggen tegen de roofridderspraktijken in de Congolese mijnbouw.
Het kabinet van Maingain werkt samen met een collectief van Congolese advocaten dat nu vorm krijgt. De advocaten willen zowel in de DR Congo als in België naar de rechter trekken, schrijft La Libre Belgique. “Volgens mijn informatie praten we hier over kolossale bedragen”, zegt advocaat Maingain. “Het gaat om corruptie, geldverduistering en witwaspraktijken.”
De advocaat wijst op de tragische gevolgen voor de mensen die werken in de Katangese mijnbouw. “Er is sprake van lagere lonen, ontslagen van werknemers die een ongeval meemaken en de niet-naleving van de cao’s die gelden in de mijnbouw.”
Maingain is overigens verbaasd dat de hele situatie geen aandacht krijgt van ‘sommige prominenten in België die beweren progressief te zijn’.
© CongoForum, 04.03.25 (db)
Beeld – bron: Radio Okapi