Dat Congo wordt bestuurd door een corrupt en machteloos regime speelt in het voordeel van Kagame (Walter Zinzen)

(Opinie)

BRUSSELGoma, de hoofdstad van de Congolese provincie Noord-Kivu, is opnieuw in handen gevallen van een rebellenmilitie die zich M23 noemt. Opnieuw: want dat gebeurde al eens in 2012, maar toen verlieten de rebellen de stad na een akkoord met de Congolese overheid.

Het regeringsleger was toen, net zoals nu, niet opgewassen tegen de M23. Ondanks de steun van een VN-strijdmacht, een internationale Afrikaanse troepenmacht, lokale milities en – naar verluidt – Oost-Europese huurlingen werd het Congolese leger andermaal verslagen door een goed bewapende en getrainde militie, die overigens ook niet alleen opereert. Een van haar bondgenoten is de Alliance Fleuve Congo, een rebellenbeweging die president Tshisekedi ten val wil brengen en de steun zou hebben van ex-president Kabila.

Creatie van Rwanda

Maar de M23 is natuurlijk op de eerste plaats een creatie van Rwanda. Het Rwandese leger neemt haast openlijk deel aan de operaties van de M23. Sommige bronnen spreken van duizenden Rwandese soldaten op Congolees grondgebied. De naam M23 verwijst naar 23 maart 2009, toen een overeenkomst werd gesloten met de Congolese regering. Een paar honderd soldaten, die tot de Tutsi-etnie behoorden, waren in opstand gekomen tegen hun “slechte behandeling”.

Het akkoord van 23 maart moest daar verbetering in brengen, maar dat gebeurde niet. Daarom grepen de klagers naar de wapens: de M23 was geboren. Dat is de officiële versie. Rapporten van de Verenigde Naties wijzen uit dat de M23 in feite door Rwanda is opgericht. De Rwandese president Kagame, zelf een Tutsi, maakt gebruik van Congolese Tutsi om invloed en macht uit te oefenen in Oost-Congo.

Waarom? Om de grondstoffen, uiteraard, maar niet uitsluitend. De twee Kivu-provincies en de Ituri-provincie zijn rijk aan allerlei grondstoffen, waarvoor de vraag wereldwijd groot is om te voldoen aan de noden van de transitie van fossiele brandstoffen naar elektrificatie (batterijen, zonnepanelen) en voor de productie van digitale apparaten. De coltan in onze smartphone is vrijwel altijd afkomstig uit Congo. Al die grondstoffen worden gedolven in erbarmelijke omstandigheden door zogenaamde “creuseurs”, artisanale mijnwerkers.

Professioneel uitgeruste en goed geleide mijnen zijn er vrijwel niet. Wat de creuseurs vinden, verkopen ze aan opkopers, die zelf de prijs bepalen. Die opkopers zijn meestal gewapend en behoren tot een van de meer dan honderd milities, die de streek onveilig maken, of militairen van het reguliere leger. Ze zorgen ervoor dat de mineralen naar Rwanda worden gesmokkeld, van waaruit ze officieel en tegen leuke prijzen worden uitgevoerd.

In de officiële exportstatistieken van Rwanda staat bijvoorbeeld diamant, hoewel er in heel Rwanda nooit één diamant gevonden is. De deal, die de EU met Rwanda heeft gesloten om de levering van “kritieke grondstoffen” te waarborgen, is dan ook een levensgrote schande.

Nu Goma onder controle staat van de M23, kan Rwanda zich via de internationale luchthaven van de stad probleemloos bevoorraden met alle mogelijke Congolese grondstoffen. De ambitie van Kagame reikt evenwel veel verder. Dat blijkt overduidelijk uit de propaganda die in Rwanda zelf wordt gevoerd. Op sociale media circuleren sedert de val van Mobutu in 1997 landkaarten van Rwanda waarop de Kivu-streek staat aangeduid als een deel van Rwanda. Volgens Kagame maakte Kivu in de prekoloniale tijd deel uit van wat hij het “Grote Rwanda-rijk” noemt.

De Belgen hebben, volgens hem, de Kivu van Rwanda afgepakt op de Conferentie van Berlijn in 1885. Op die Conferentie hebben de koloniale mogendheden Afrika onder elkaar verdeeld en grenzen getrokken, die eerder te maken hadden met de natuurlijke rijkdommen dan met de belangen van de mensen die er woonden.

Kagame verwijst naar het grote aantal Rwandeessprekenden in Kivu om aan te tonen dat de streek wel degelijk ooit Rwandees is geweest. In 1885 trokken heel zeker Tutsi-herders met hun kuddes op zoek naar weidegronden door wat vandaag Congo is. Maar de huidige Rwandeestaligen zijn zowel Tutsi als Hutu.

De Hutu werden door de Belgische kolonialen uit het overbevolkte Rwanda overgebracht naar Congo om er te werken in de plantages. De meeste Tutsi zijn mensen die uit Rwanda gevlucht zijn na de onafhankelijkheid, omdat ze vervolging vreesden in eigen land toen de Hutu-meerderheid er aan de macht was.

Geen enkel recht

Hoe dan ook: de huidige grenzen van Congo zijn internationaal erkend, ook door de andere Afrikaanse landen. Alle pogingen om koloniale grenzen te wijzigen zijn tot nog toe mislukt, behalve in Soedan. Kagame heeft dus geen enkel recht om te doen alsof de Kivu-streek – en haar rijkdommen – van hem zou zijn.

Er is natuurlijk wel een element dat in zijn voordeel speelt: Congo wordt bestuurd door een corrupt en machteloos regime, door lieden die enkel en alleen hun eigen belangen dienen en als het erop aankomt niet te beroerd zijn om de grondstoffensmokkel naar Rwanda een handje toe te steken en vanuit de verte een eigen militie te leiden.

Meer dan dertig jaar duurt de ellende in Oost-Congo nu al. Maar Goma moest vallen om weer even de aandacht te krijgen van onze media, onze politici, de Europese Unie, de Veiligheidsraad en – wie weet – onze publieke opinie. De vraag blijft evenwel: hoelang kan Kagame zijn gang nog gaan? Wanneer komen er sancties? Wanneer wordt het een onderwerp aan de Arizona-tafel?

Een opinie van Walter Zinzen, die ook in De Morgen verscheen.
We nemen de tekst over met toestemming van de auteur.

Walter Zinzen is oud-journalist bij de openbare omroep VRT. De ellende in Oost-Congo duurt al dertig jaar, maar krijgt nu pas weer de aandacht door de val van Goma.

Beeld: Goma

Bron: Radio Okapi

Nos sponsors

Asteriaexpeditions